Als (beroeps)spreker, zanger of zangeres werk je met een instrument dat je altijd bij je hebt: je (zang)stem, maar dat je niet kunt zien.
Het strottenhoofd (de larynx) ligt onder de keelholte en vormt de ingang van de luchtpijp. Het is opgebouwd uit kraakbeen, spierweefsel en slijmvlies. In het strottenhoofd bevinden zich ook de stembanden. Aan het strottenhoofd worden drie delen onderscheiden
Dit gebied bevindt zich centraal in het strottenhoofd en bevat twee banden van elastisch weefsel, de zogeheten ware stembanden.
Dit gebied bevat verschillende weefsels waaronder de valse stembanden. Deze stembanden bestaan uit spierweefsel. Het strottenklepje of de epiglottis sluit dit gebied af.
Dit is het gedeelte van het strottenhoofd dat tussen de
stembanden en de luchtpijp ligt.
Op de tekening zijn de
verschillende delen van het strottenhoofd aangegeven:
I Gebied boven de stembanden (supraglottis)
II Stemspleet (glottis)
III Gebied onder de stembanden (subglottis)
a Strottenklepje (epiglottis)
b Valse stembanden
c Ware stembanden
d Keelholte
e Luchtpijp
f Slokdarm